Dit boek gaat in op de verschillende aspecten van de relatie tussen mens en dier. Het begrip ‘dierenwelzijn’ wordt uitgebreid onder de loep genomen. Ik ben aan het denken gezet, aangezien in het boek dier en welzijn van allerlei kanten wordt bekeken en er worden kritische vragen gesteld, hieronder een aantal voorbeelden:
- Zijn dieren in het wild er per definitie beter aan toe?
- Heeft een dier besef van de toekomst? Wil hij net zoals de mens zo oud mogelijk worden? En de invloed hierop in de discussie om dieren te doden voor consumptie;
- In de decennia van na 1945 tot en met ’70-’80 jaren werden er veel meer preventieve geneesmiddelen gebruikt in de veeteelt dan in de periode daarna tot nu;
- We zijn van een wereld waarin het dier de leefwereld van de mens bepaalde, naar een wereld gegaan waarin de mens de wereld van het dier bepaalt;
- De discussie van dierenwelzijn gaat vaak over nutsdieren (landbouwdieren), maar je kunt ook vraagtekens zetten bij de mate van beweging die men bijvoorbeeld honden geeft. Honden willen van natura veel bewegen, zorgen huisdiereigenaren ook dat de hond beweegt naar behoefte nu de hond dat niet meer zelf kan bepalen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten